Wittebrood

Ik hou erg van de heerlijke geur van een zelfgebakken brood, en daarom maak ik vandaag een wittebrood.  Een eigengebakken wittebrood is lekker veerkrachtig en heeft een korst die bedekt is met in de oven gekarameliseerde bloem. Zo heel veel werk is een brood maken ook weer niet, maar het vergt wel wat tijd en daarom maak ik dit ook op een zondagmorgen.

Wittebrood

500 gram tarwebloem
7 gram gedroogde gist
1 eetlepel zout
3 dl warm water
1 eetlepel boter
snufje suiker

Bereiding:
doe de handwarme water in een lage kom en doe er de suiker erbij. Strooi dan de gist over het water en roer goed (dit laat je ongeveer 10 minuten staan totdat de gist goed begint te werken).
Doe de bloem, zout en boter  in een mengkom en meng dit met het gistwater. Dit kan je het makkelijkst met je handen doen. Kneed dit ongeveer 10 minuten met je handen totdat er een mooi glad en niet kleverig deeg ontstaat (Dit kan betekenen dat je nog wat bloem moet toevoegen, maar dat is niet erg).
Vorm het deeg tot een bal en leg het in een grote, met olie of boter ingevette kom. Draai de bal één keer om , zodat ook de bovenkant van de bol iets vettig is. Dek de kom af met plasticfolie en laat het 2 uur rijzen op een warme plek zodat het in volume verdubbeld.
Verwarm de oven voor op 200 graden en kneed het deeg nog een minuutje door en leg het op een bakplaat (of in een broodvorm). Bedek dit losjes met een theedoek en laat het nog een half uurtje/uurtje staan totdat het deeg weer verdubbeld is.
Bak het brood in 30/35 minuten gaar en laat het daarna iets afkoelen.